Coronormaal
Hoe routines heel prettig kunnen zijn en hoeveel energie en aanpassingsvermogen het kost wanneer deze wegvallen.
Waar alles weer draait, maar wel anders. Waar we het dagelijkse leven weer herpakt hebben, maar nog niet zoals voorheen. Zo voelt het op het moment. Ja, de kinderen zijn weer naar school. Ja, ook de middelbare scholieren! Tot mijn blijdschap. Fijn dat er oog is voor hun belangen, voor het belang van de groep, van sociale interactie, van deelnemen aan de maatschappij. En die vakantie in eigen land bleek inderdaad ook prima haalbaar. Ook anders, maar goed. Waarin we waarden bevestigd zagen (een goede band met familie en vrienden is heel fijn!) en waarin we een vakantiegevoel misten (blijkbaar zijn voor ons bergen, stokbrood en een andere taal nodig…). Maar ja, we zitten natuurlijk nog steeds met corona en moeten ons daaraan aanpassen. Waar we het doorbreken van de routines in de vakantie juist opzochten, daar is nu de uitdaging om er in het dagelijkse leven mee te leren omgaan. Want eigenlijk zijn routines daarin heel fijn en helpend. Terwijl ze nu voortdurend doorbroken worden; nog deels thuiswerken, coronatesten, thuisblijven totdat test gedaan is en uitslag er is, dus kinderen toch weer thuis van school, volgende gezinslid verkouden en testen…. We zijn vast niet het enige gezin dat onder deze doorbreking van de routine lijdt. Ik geloof dat we ons er maar bij neer moeten leggen dat dit de nieuwe routine is, in elk geval voor de komende herfst en winter.
De waarde van dichtbij
Vakantie gaat over het doorbreken van routines. Dat kan vast ook dichtbij huis. Een onderzoek waard!
En dan is het toch vakantie. Na een lange periode van coronamaatregelen waarin het leven anders liep dan we gewend waren. Op wat voor manier dan ook ging het voor iedereen anders dan normaal. Voor diegene die werken in bijvoorbeeld de horeca, de luchtvaart of de culturele sector, stond het werk stil. Met mogelijk ook onzekerheid over loon en contract. Voor veel zelfstandigen betekende het verlies van werk en inkomen. Voor de ouders onder ons was het hard werken om thuiswerken te combineren met het onderwijzen (en opvoeden) van de kinderen. Voor de mensen in de zorg was het vaak heel hard werken. En dan dus de vraag wat te doen met de vakantie. Spanning of geboekte vakanties door konden gaan, toch maar geannuleerde vakanties voor de zekerheid en mensen die met de ruimte die er op het moment weer is, toch het buitenland opzoeken. De al jarenlange drie weken Frankrijk worden hier ingeruild voor twee weken Nederland. Vakantie gaat over het doorbreken van routines, daar zit de ruimte. Dat moet ook kunnen in eigen land. Wij gaan dus voor een nieuw avontuur; het leren waarderen van wat dichtbij is!
Mogen ze weer meedoen ?!
Laat onze jongeren weer naar school gaan! Steun de petitie!
Daar zit mijn 13 jarige weer, opnieuw achter zijn Ipad, voor opnieuw een online les. De zoveelste in maanden. Hij wordt er moedeloos van en ik ook. Ik kan het eigenlijk niet meer aanzien. Waar het aanvankelijk lastig was, wennen en aanpassen, is het nu onverdraaglijk geworden. Vooral omdat veel andere dingen wel weer kunnen, mogen of toch gedaan worden. In de eerste maanden van de intelligente lockdown was het gezamenlijk aanpassen en deden we het samen. Dat voelde anders. Maar nu is het verschil te groot. Mijn dochter gaat weer naar school, wij als ouders werken weer volop, deels en waar nodig op locatie, sporten zijn weer begonnen, de vrije tijd wordt weer ingevuld. En.. nee, onze puber zit nog steeds thuis. Middelbare scholen zouden weer opengaan. Ik was te snel met mijn enthousiasme. Ik had ook niet kunnen overzien dat ‘open’ betekende ‘tot aan de zomervakantie twee dagdelen naar school’. Inmiddels gaat mijn zorg over volgend schooljaar. Ik gun mijn kind dat hij kan meedoen aan de maatschappij, dat hij in de ochtend naar school fietst, in beweging is, een doel heeft om zijn bed uit te komen, het gezellig heeft met leeftijdsgenoten, pret met ze kan hebben, de docenten ontmoet die hem graag dingen leren. Dat hij het idee heeft dat hij erbij hoort in de samenleving, dat we het belangrijk vinden dat hij ook meedoet. Willen jullie me helpen om eenieder hiervan te overtuigen? Zodat we de kans vergroten dat hij en al zijn leeftijdsgenoten na de zomer ook weer gewoon naar school kunnen? Onderteken dan de petitie;
https://petities.nl/petitions/middelbare-scholen-gewoon-weer-volledig-open?locale=nl
Coronastilte
Ineens is de wereld letterlijk en figuurlijk stilgevallen door corona.
Ineens zijn we drie maanden verder. Drie maanden radiostilte, zo voelt het. Vanwege coronadrukte. Er waren voldoende onderwerpen die zich leenden voor een blog, ik heb er zelfs een lijstje van gemaakt. Maar het voelde ongepast. Niets leek op te wegen tegen de heftigheid van deze tijd. Bovendien was er nauwelijks tijd om te schrijven, tijd om stil te staan. Het werk moest door, maar dan anders. De kinderen moesten les, maar dan anders. Er moest aandacht voor anderen zijn, maar dan anders. En dat anders, dat vreet energie. Inmiddels gaan we van ‘blijf thuis’, naar het ‘nieuwe normaal’. En dat is voelbaar. Met de eerste cliënten weer gezien te hebben in de praktijk, een kind weer naar school, ontstaat er weer ruimte voor net iets extra’s. Een blog! Met een verlangen naar meer van dat ‘normale’ en daarnaast een gevoel van gemis, omdat de afstand blijft. Op naar nog normaler. Alleen de echte stilte, waardoor ik ineens enkel nog maar vogels in mijn tuin hoor fluiten, die mag blijven! Mijn onderbuurman blijkt geïnspireerd te zijn door dezelfde stilte en vogelgeluiden en heeft een ‘coronavogelhuisje’ gemaakt. Nieuwsgierig? Kom kijken in Leiden; https://www.roemleiden.nl/ontdek-ons-werk
Gezin in de wachtkamer
Een ingrijpend boek over en van een gezin dat zich staande probeert te houden in moeilijke tijden. Wat mij betreft een betoog om oog te hebben voor het gezin als geheel.
‘En ineens blijk je met je gezin in de wachtkamer te zitten’, schrijft Saskia in haar boek ‘Gezin in de wachtkamer’. Ik hoorde van het boek van iemand die zich erin herkende en mocht het lenen. Indrukwekkend en helaas zeer herkenbaar. Herkenbaar op twee manieren; de wirwar aan hulpverlening waar je als gezin in kunt belanden zonder altijd het gevoel te hebben goed geholpen te worden en hoe je soms in je eentje je gezin draaiende moet zien te houden wanneer je partner onderuitgaat. Saskia beschrijft dit proces liefdevol, met humor en schuwt niet te schrijven over haar boosheid, verdriet en machteloosheid. Dat maakt dat haar verhaal aangrijpt. Wat mij als gezinstherapeut het meest raakt, is haar verzoek om het gezin te erkennen. Wanneer iemand bij de GGZ gezien wordt, in acute toestand of later voor onderzoek of behandeling, laten we dan erkennen dat niemand alleen is. Waarschijnlijk is het iemands partner, iemands kind en wellicht iemands vader of moeder. En dus staat niet alleen het leven van deze persoon op zijn kop, maar ook dat van zijn of haar naasten. Het zou al veel uitmaken wanneer daar standaard aandacht voor is, dat dat het uitgangspunt is. Dat ernaar gevraagd wordt en er zorg wordt aangeboden, voor de relatie, voor het gezin, voor de kinderen. Wanneer er in een gezin iets ingrijpends gebeurt, dan heeft dat effect op het gezin en dus op alle gezinsleden.
‘Al help ik er maar één iemand mee…. Als er maar één hulpverlener is die erover na gaat denken.’ Dat is de hoop van Saskia met het schrijven van het boek. Haar motivatie om zich bloot te geven, om haar verhaal te delen. Ik weet inmiddels dat ze er al iemand mee heeft geholpen. En ze heeft mij als hulpverlener ook bereikt. Ik gun haar dat haar boek wordt gelezen door hulpverleners in de volwassen GGZ, zodat eenieder het belang van het gezin erkent. En ik gun haar dat haar boek gelezen wordt door beleidsmakers, zodat die zich beseffen dat we mensen tekortdoen door hulp te organiseren binnen nauwe kaders waar enkel individuen in passen. We zijn als mens veel meer dan een individu, we zijn onderdeel van een systeem en kunnen daar niet los van gezien worden!
Voor de slak en de haas is het op dezelfde dag nieuwjaar.
Voor de slak en de haas is het op dezelfde dag nieuwjaar: hoe je jaar ook is geweest, of je erdoor heen bent gerend of dat het voorbij kroop, het nieuwe jaar geeft weer nieuwe kansen.
Alweer een jaar voorbij! Een jaar dat enerzijds zo helder van duur is, gewoon 365 dagen, is anderzijds zo verschillend in de beleving ervan. Wellicht heb je een jaar gehad wat voorbijvloog, waarvan je je afvraagt waar het is gebleven. Of heb je een jaar gehad wat maar niet opschoot, waarbij je de dagen hebt afgeteld. Vaak heeft dat te maken met hoe het met je gaat en dat heeft weer veel te maken met de omstandigheden. Het zit soms mee en het zit soms tegen. En daarin probeer je je staande te houden. Ook de manier waarop je zelf in het leven staat, bepaalt hoe je tijd ervaart. Ben je iemand die bewust bij de dingen stilstaat? Die rust neemt, dingen in zich opneemt? Of ben je iemand die van het een in het ander rolt, die altijd druk lijkt te zijn, voortdurend in beweging? Een chinees gezegde relativeert dit alles; of je nu als een slak door het leven gaat of als een haas; we treffen elkaar weer op hetzelfde moment wanneer het nieuwe jaar start. We kunnen dit op vele manieren interpreteren, maar voor nu wens ik je toe dat een nieuw jaar nieuwe kansen biedt en dat een nieuw jaar dus weer een hele nieuwe dynamiek voor je in petto kan hebben!
Verzeker jezelf van goede zorg
Bij welke zorgverzekeraar zit jij volgend jaar het best?
Goed nieuws op vergoedingengebied! CZ heeft aangegeven dat ze relatietherapie vergoedt wanneer dit geboden wordt door een behandelaar die bij hen vergoed wordt onder complementaire zorg. Een extra reden dus om voor aankomend jaar weer eens opnieuw naar je verzekering te kijken. Vergelijken is de moeite waard. Een heel aantal zorgverzekeraars vergoedt psychosociale therapie vanuit de aanvullende verzekering. En nu dus CZ die ook relatietherapie op deze manier vergoedt. Helaas zijn er ook achterblijvers. Zorg en Zekerheid vergoedt nog steeds heel weinig op het gebied van complementaire zorg, een gemis. Mocht je dus gestart zijn met therapie of dit overwegen, kijk goed naar welke verzekeraar jou de juiste zorg biedt. Via de link kun je een overzicht bekijken van welke verzekeringen psychosociale zorg vergoeden voor 2020.
Beter, sneller, mooier…. De website is vernieuwd!
Sneller, beter en mooier… de website is vernieuwd
Het is precies drie maanden geleden dat ik een blog schreef over op vakantie gaan. Daarna was het stil, maar is er niet minder hard gewerkt. Achter de schermen is de website vernieuwd. En ja, hij is beter, sneller en mooier… Kom een kijkje nemen!
Nu eerst vakantie!
De Praktijk voor psychosociale therapie is drie weken gesloten vanwege vakantie. Tot ziens in september!
Na een jaar vol leuke uitdagingen, fijne gesprekken, inspirerende scholing en bijzondere ontmoetingen, is het nu tijd voor vakantie. De praktijk zal gedurende de komende drie weken gesloten zijn. Voor een ieder die ook op vakantie is of gaat; een hele fijne tijd gewenst! Voor een ieder die alweer terug is of bijna terugkomt; hopelijk was het goed. Vanaf 2 september ben ik weer aan de slag. Tot dan!
Uit je comfortzone?
Vind de juiste balans tussen jezelf uitdagen en rust nemen.
Misschien herken je het wel; je houdt van jezelf ontwikkelen, uitdagen, nieuwe dingen op je pad. Je grijpt kansen aan, springt in gaten en bent steeds op weg naar… Ja, naar wat eigenlijk. Waar gaat deze weg je naartoe leiden? Heb je daar zelf een idee over of volg je de weg gewoon? En kijk je om je heen om je te oriënteren en te genieten of ren je aan alles voorbij? Elk mens heeft uitdaging nodig, op welke manier dan ook. Het is goed om in beweging te blijven, letterlijk en figuurlijk. Met de mogelijkheden die we tegenwoordig hebben en een maatschappij die ons hierin stimuleert, is het eerder een kunst geworden om af en toe ook stil te staan, rustig te lopen, te overpeinzen, te mijmeren. Wanneer we dat vergeten, wordt het leven een jachtig gebeuren, waarbij je het gevoel kunt hebben dat je achter jezelf aan rent. Je wordt geleefd. En dat hoeft niet. Maar er is wel wat voor nodig om te stoppen. Af en toe flink rennen is prima, je wordt er veerkrachtig van. Vergeet niet ook weer af te remmen, pauze te nemen en een plan te maken voor je vervolg; ga je verder rennen, neem je een langere pauze, ga je wandelen of slenteren, neem je een andere weg of ga je misschien wel een stukje terug? En wanneer het leven van je vraagt om een lange periode achtereen te rennen, ook dan helpt het je om je hiervan bewust te zijn en te bedenken wat je nodig hebt om dit vol te houden. Uit je comfortzone is dus prima, maar erin ook!
Je bent jong en je...
Er blijken veel kinderen en jongeren te zijn die mantelzorger zijn. Het is goed dat hier meer aandacht voor komt, aangezien het een zware taak is die niet altijd gezien wordt door de omgeving.
Bij mantelzorg denken we vaak vooral aan volwassen mensen die voor ouderen zorgen. Dat is natuurlijk ook wat er veelal gebeurt. Ouderen worden op een bepaald moment hulpbehoevend en de omgeving springt bij om dat op te vangen. Die omgeving bestaat vaak uit hun kinderen, die dan van middelbare leeftijd zijn. Maar het kan ook anders. Er zijn ook veel jongeren die zorgen voor hun ouders. Helaas zijn er ook ouders, gewoon mensen van gemiddelde leeftijd, die ziek worden of zijn. Zij vragen geen hulp van hun kinderen, maar hun kinderen leven wel dagelijks met ze, wat automatisch met zich meebrengt dat er taken opgevangen worden. Deze kinderen en jongeren worden veelal minder gezien. Ze gaan namelijk gewoon naar school en zorgen vaak dat het goed met ze gaat, omdat hun ouders al genoeg zorgen hebben. Ze vallen niet zo op. Om te zorgen dat er meer oog komt voor deze jongeren, is er de week van de jonge mantelzorger. Deze mantelzorgers zorgen voor hun chronisch zieke ouder, voor hun psychisch zieke ouder, voor hun terminaal zieke ouder, voor hun zieke opa of oma of misschien wel voor een broertje of zusje met een ziekte of handicap. Het zal ze vast en zeker helpen wanneer ze gezien worden, in wie ze zijn, in wat ze doen en of ze dat voldoende kunnen dragen.
Dit is autisme
Dit is autisme is het nieuwe boek van Colette de Bruin. Ze is bekend van de Geef me de 5 methodiek, een veelgebruikte manier om duidelijkheid te bieden aan mensen met autisme.
Al vele jaren wordt er onderzoek gedaan naar en geschreven over autisme. Een grote naam in Nederland, als het gaat over schrijven over autisme, is Colette de Bruin. Zij ontwikkelde de Geef me de 5 methodiek, waarbij je mensen met autisme duidelijkheid geeft over vijf belangrijke dingen; wat, wie, waar, hoe en wanneer, om ze op die manier de kaders te bieden waarbinnen ze goed kunnen functioneren.
De methodiek was altijd al helder en vooral praktisch. Met haar nieuwe boek, is deze methodiek nu ook op een toegankelijke en vlotte manier beschreven, met heel duidelijk en onderbouwende illustraties, die erg van deze tijd zijn. Het is een prachtig boek geworden, waarin haar praktische begeleidingsstijl ditmaal wordt onderbouwd door wetenschappelijke kennis. Een mooie aanvulling.
Voor wie niet zoveel weet over autisme, is dit een prettig boek om te lezen. Het leest vlot en is in begrijpelijke taal geschreven. Het ziet er mooi en overzichtelijk uit. Wat mij aanspreekt is dat er uiteindelijk een overzicht is gecreëerd door middel van de ‘cirkel van autismespectrumsymptomen’ waarin goed wordt aangegeven wat veelal het verschil is tussen jongens/mannen met autisme en meisjes/vrouwen met autisme. Er wordt genoemd dat bij vrouwen veelal meer interesse is in sociaal gedrag en dat zij dit kopiëren om er deel aan te kunnen nemen. Dat maakt dat het gedrag minder opvalt, maar het kost wel veel energie. Wat weer maakt dat er op latere leeftijd vaak sprake is van burn-out, somberheid, overspannenheid en allerlei soorten klachten die niet te verklaren lijken. Er worden veelal meerdere diagnoses gesteld, voordat blijkt dat er sprake is van autisme. Het is dus goed dat er opnieuw aandacht is voor autisme, voor hoe ermee om te gaan en voor alle vrouwen met autisme. Dat het leven wat gemakkelijker voor hen kan worden.
Van persoon tot persoon
Wat is belangrijk in het therapeutische contact? Hoe gaan therapeut en client met elkaar om? Overwegingen over hoe persoonlijk het contact wel of niet is.
Hoe wordt jij het liefst benaderd? Wat helpt jou het meest? Wanneer voel je je op je gemak? En hoe is dat wanneer je bij iemand komt voor hulp? Het is een interessant gegeven waar al veel over is nagedacht en geschreven. Vanouds is de therapeut de deskundige, de dokter die weet wat er met je aan de hand is en hoe dat op te lossen is. Deze heeft een hoge status, het is iemand om naar op te kijken en om niet tegenin te gaan. Inmiddels is dit bij veel therapeuten niet meer de heersende opvatting en voelen cliënten zich ook vrijer om zich te laten horen. Toch is er nog een groot verschil in hoe hiermee wordt omgegaan in de praktijk, bewust of onbewust.
Binnen mijn huidige opleiding werd deze discussie weer aangezwengeld; hoe ga je in gesprek met de ander? Hoeveel afstand houd je, of hoeveel juist niet, wat vertel je juist wel of niet over jezelf? Het spreekt mij aan om hierover na te denken. In de praktijk valt mij op dat cliënten mij als feedback geven dat het traject ‘persoonlijk’ was. Ik ben en blijf de therapeut, wat ik doe en zeg is om de ander verder te helpen. Daarbij kan het naar mijn mening wel helpen om eigen gedachten, ervaringen en gevoelens in te brengen. Het brengt ons als mensen wat dichterbij elkaar, toont dat we allemaal als mens onze worstelingen hebben, dat er niet een ‘beter weten’ is, maar wel een ‘helpen om het zelf beter te gaan begrijpen’ is. Wanneer het mij lukt om mensen bij dat laatste verder te helpen, ben ik tevreden. En als ik dan als feedback krijg dat het traject ‘persoonlijk’ was, dan herken ik dat. Dan hebben we elkaar van persoon tot persoon gesproken en ontmoet.
Rouw in soorten en maten
Manu Kierse heeft zijn gids voor helpen bij verlies en verdriet opnieuw uitgegeven. Hij vertelt met mildheid over mensen die achterblijven na een verlies. Hoe zij het verlies niet accepteren, maar overleven.
Zijn er regels over rouw? Over hoe je moet rouwen, wanneer, hoelang en met wie? Expliciet hebben we die niet, zeker niet nu steeds minder mensen zich verbonden voelen met een geloofsgemeenschap van waaruit er ooit duidelijke regels waren over hoe te rouwen. Als er geen regels zijn, zijn er dan kaders? Ook op dat vlak is er weinig houvast. Onder wetenschappers is er discussie over of rouw pathologisch kan zijn en wanneer dat dan zo is en dus in het handboek van de psychiatrie (de DMS) een plek zou moeten hebben.
Afgelopen vrijdag was ik bij een bijeenkomst van mijn beroepsvereniging, de NVPA, waar Manu Kierse ons een dag heeft meegenomen in zijn verhalen en overwegingen omtrent rouw. Een man met een enorme ervaring, een duidelijke visie, een mild mensbeeld en een talent voor het vertellen van verhalen. Luisterend naar zijn ervaringen, over allerlei mensen in rouw, wordt duidelijk dat er niet een kader kan zijn voor rouw, dat er geen tijd voor kan staan. Daar zijn de mensen, de situaties, de verliezen en de levens te divers voor. Herhaaldelijk noemt hij dan ook dat rouw niet te meten is, er is geen erger en minder erg. Het verdriet is zo erg als het voor diegene is. En daar sluit je als mens bij aan.
Hij noemde niet langer te spreken van verlies verwerken, maar van verlies overleven. Door te erkennen, te ervaren, een nieuwe relatie met de overledene/ hetgeen verloren is vorm te geven en tot een nieuwe identiteit voor jezelf te komen, kun je verlies overleven. Je kunt zin vinden in dat wat gebeurd is en je leven stabiliseren. Dat is overleven, voortleven na verlies, als mens groeien in en van het leven. Wat een inspirerende dag!
En ze leefden nog lang en gelukkig?
We trouwen om een relatie te bevestigen. Het moment waarop dat gebeurt lijkt wel te verschuiven.
Het is nog altijd het beeld waar kinderen mee opgroeien; de prins en de prinses vonden elkaar, ze kusten en… ze leefden nog lang en gelukkig. Daar hoort dan een prachtige bruiloft bij, met een witte jurk, een groot feest en een mooie taart.
Vandaag is het wereld huwelijksdag. Nu blijkt dit concept uit christelijk Amerikaanse hoek te komen, met het idee dat man en vrouw als fundament van het gezin de basiseenheid van de samenleving vormen. Binnen de Nederlandse samenleving wordt over het algemeen wat ruimer gedacht over vormen van relaties en ieders bijdrage aan de samenleving, in welke vorm dan ook. Maar goed, als we het idee van het huwelijk nemen, wat vinden we daar dan tegenwoordig van?
Kijkend naar de statistieken blijkt ‘lang’ vandaag de dag minder lang te zijn dan voorheen. Wanneer je de leeftijd van 55 hebt bereikt, is de kans groter dat je alleen komt te staan vanwege een scheiding dan door het overlijden van je partner. Dat is wel eens anders geweest…
Jonge stellen trouwen inmiddels veel minder vaak dan een jaar of veertig terug. Wanneer men dat doet, is dat vooral om de relatie te bevestigen. Blijkbaar hebben we nog wel steeds de behoefte om duidelijk te maken dat we bij elkaar horen en zoeken we naar een manier om daar zekerheid over te krijgen. We hoeven echter niet meer te trouwen om samen te mogen wonen, om kinderen te mogen krijgen en om de zakelijke kant te regelen. Het huwelijk lijkt dan ook te verschuiven van de start van de relatie naar de bestendiging van een relatie. Meer stellen trouwen tegenwoordig wanneer het huis er is, de kinderen er zijn en de liefde voortduurt. Dan gaat het dus puur om het bevestigen van de relatie, van de liefde. Een mooi uitgangspunt!
Tijd voor verandering?
Een goed 2019 gewenst!
Een nieuw jaar, nieuwe kansen. Bij deze ten eerste voor iedereen de beste wensen. Dat het een goed jaar mag worden. Dat 2019 je veel goeds mag brengen. Ik herinner me een van mijn posts van vorig jaar rond deze tijd, uit mijn Omdenkenkalender; mogen al je problemen net zo lang duren als je goede voornemens dit jaar. Dat wens ik jullie. En wanneer je serieus werk wilt maken van verandering, net als de mensen die mij de afgelopen dagen daarvoor mailden, dan kan het zinvol zijn daar hulp bij te vragen. Dan kun je echt een verandering aangaan en doorzetten. Dat wens ik een ieder; de verandering aangaan die goed voor je is!
Vier het leven!
Het leven neemt een wending, de dagen worden weer langer!
We zijn er voorbij! 21 december. De dag waarop we hier in Nederland, op ons plekje op de aarde, het verst van de zon afstaan. Vanaf 21 juli werden de dagen steeds korter, de nachten langer. Werd het steeds meer donker. We trokken ons terug, waren meer binnen, lichten aan, kachel aan. Een ieder die mij goed kent, weet hoe ik kan verlangen naar licht. En ik zal vast niet de enige zijn.
Alle lichtjes die we aansteken in deze periode, symboliseren ons verlangen naar licht, doen ons herinneren aan de zon, aan het licht, aan lange lichte dagen. We kunnen het ons weer veroorloven om ernaar te verlangen, want het komt er immers weer aan! De kortste dag betekent ook de wending en dus de beweging naar meer licht.
En met licht komt leven, ontstaat er warmte, kunnen dingen weer groeien en tot bloei komen. De zonnewende brengt ons weer een periode van licht, van groei, van leven. Al heel lang vieren mensen dit moment, kijken ze uit naar de periode die komt en vieren op die manier het leven. De aarde die een wending maakt en ons weer in het licht brengt, brengt ons het leven. Laten we dat leven vieren!
Snop en snippa
Hoe nemen we onze kinderen mee in het ontwikkelen van relaties, intimiteit en seksualiteit?
Me Jane, you Tarzan? Toevallig keek ik deze week de eerste aflevering van deze NPO reeks over feminisme. Het ging over seksualiteit, in hoeverre dat wel of juist niet verschilt tussen man en vrouw. En het was opmerkelijk hoe weinig we weten over seksualiteit bij vrouwen en dan vooral over de clitoris. Die blijkt best groot te zijn, iets wat nauwelijks bekend is en wat niemand geleerd wordt. Het is best een bijzonder ding, zeker omdat het alleen bestaat voor het genot. Dit in tegenstelling tot de penis bij de man, die ook voor het plassen dient. Wij vrouwen hebben dus iets heel exclusiefs!
Maar dat exclusieve heeft nauwelijks een naam. Dat is echter niet een onbekend gegeven. Er zijn veel ouders die zoekende zijn in welke naam hun dochter aan te leren voor haar vagina. Bij jongens zijn we het erover eens dat ze een piemel hebben en dat we die zo kunnen noemen. Dat is een heel gewone benaming, geen scheldwoord, niet vies, niet keurig. Maar bij meisjes is dat lastiger; vagina is keurig, nogal officieel, voorbips ontkent elke eigenheid van de vagina, pipi is nogal nietszeggend, plasser zegt alleen iets over de plasfunctie, een muts is voor op je hoofd, en ga zo maar door.
Met verbazing zag ik dat men in Zweden daar op een dag gewoon iets aan heeft gedaan. Iemand heeft bedacht dat dat zo niet langer kon, heeft een passende naam bedacht en deze actief gepromoot. Zo had men in Zweden altijd al de snop (piemel) en kwam daar de snippa (vagina) bij. Inmiddels blijkt elke Zweed dit woord te gebruiken en weet men niet beter. Wat een fantastisch idee! Hoe helpend voor al die ouders en kinderen, om de snippa gewoon bij de naam te noemen. En hoe belangrijk voor de vrouw in het algemeen, dat er een bruikbaar woord voor is. Want, zoals men in de uitzending ook aangeeft; als ergens geen woord voor is, kun je het er letterlijk niet over hebben en wordt het een taboe. Wie komt er met een mooi woord voor vagina dat we onze kinderen in Nederland kunnen aanleren?
De mantelzorg voorbij
Mantelzorgers zijn vaak flink belast. Laten we oog voor hen hebben.
Morgen is het de dag van de mantelzorg. De term mantelzorg is sinds 1995 in gebruik en staat voor de warme mantel die om de schouders van een zorgbehoevende geliefde wordt gelegd. Een mooi gebaar. Er zijn situaties waarin naasten dit heel bewust en weloverwogen doen. Dan gaat het inderdaad om het leggen van een mantel om de ander. In veel situaties echter, gaat het leven zijn gang en ontstaat er op een bepaald moment, soms sluipenderwijs, een zorgbehoevende en een zorgende naaste of naasten. Dan is er geen sprake van een bewuste keus op een bepaald moment, maar van een situatie waar je steeds verder in verzeild raakt. Als het je meezit als zorgende naaste, kun je dit combineren met de andere taken in je leven. Dan knelt het soms, maar ervaar je tegelijkertijd een grote mate van betekenisgeving vanuit het zorgen voor de ander. De momenten dat mantelzorg gaat knellen, is op het moment dat de situatie langzamerhand zo belastend is geworden dat het niet meer te combineren valt met de andere taken in het leven en de last groter wordt dan de kracht van de betekenisgeving. Echter gaat het vaak om een zeer belangrijke ander waar je voor zorgt, waar je grote verbinding mee ervaart en waarbij er wellicht sprake is van wederzijdse afhankelijkheid. Waar is dan het moment dat mantelzorg over moet gaan in professionele zorg? Wie gaat dat aangeven? Wie wil, wie durft, wie ziet het?
Wanneer mantelzorgers uit een belastende en tegelijkertijd betekenisvolle periode komen en hun leven weer op de rit krijgen, de rust wat weerkeert, de overbelasting verdwijnt, kunnen er allerlei gevoelens gaan spelen. Gevoelens van verdriet om wat gebeurd is, om het moeten loslaten. Gevoelens van schuld, over het in de steek laten van de ander. Gevoelens van boosheid, over waarom dit hen is overkomen en dat men zich wellicht in de steek gelaten heeft gevoeld.
Laten we dus oog hebben voor de mantelzorger, zowel tijdens als na het leggen van de warme mantel.
Erkend worden
De Praktijk voor psychosociale therapie Leiden wordt inmiddels erkend door meerdere zorgverzekeraars, waardoor er ook vergoedingen mogelijk zijn.
Ieder mens heeft erkenning nodig. Erkenning doet ons voelen dat we ertoe doen, dat we van belang zijn. Ons bestaan betekent iets voor anderen, het geeft bestaansrecht. We hebben het als mens nodig om gekend te worden, we zijn pas iemand als een ander ons ziet en ervaart. Jezelf als mens ervaren, iemand zijn, is een eerste stap in het leven. Wil dat leven ook als waardevol ervaren kunnen worden, dan komt erkenning om de hoek kijken. Wanneer je je door de ander erkend voelt, ervaar je ook nog waardering voor je bestaan. Dat is het moment dat het leven glans krijgt.
Voor beroepsgroepen geldt dat net zo. Onlangs kreeg ik bericht van mijn beroepsvereniging, de NFG, dat we vanaf 2019 erkend worden door een aantal zorgverzekeraars die dat eerder nog niet deden. Dat voelt goed. Men waardeert het werk dat we doen en is bereid hier een vergoeding voor klanten tegenover te stellen. Dat betekent weer dat we meer mensen kunnen bereiken. Deze klanten voelen zich door ons erkend en wij voelen ons door hen erkend. Aan het werk, voor erkenning…