Gezin in de wachtkamer

‘En ineens blijk je met je gezin in de wachtkamer te zitten’, schrijft Saskia in haar boek ‘Gezin in de wachtkamer’. Ik hoorde van het boek van iemand die zich erin herkende en mocht het lenen. Indrukwekkend en helaas zeer herkenbaar. Herkenbaar op twee manieren; de wirwar aan hulpverlening waar je als gezin in kunt belanden zonder altijd het gevoel te hebben goed geholpen te worden en hoe je soms in je eentje je gezin draaiende moet zien te houden wanneer je partner onderuitgaat. Saskia beschrijft dit proces liefdevol, met humor en schuwt niet te schrijven over haar boosheid, verdriet en machteloosheid. Dat maakt dat haar verhaal aangrijpt. Wat mij als gezinstherapeut het meest raakt, is haar verzoek om het gezin te erkennen. Wanneer iemand bij de GGZ gezien wordt, in acute toestand of later voor onderzoek of behandeling, laten we dan erkennen dat niemand alleen is. Waarschijnlijk is het iemands partner, iemands kind en wellicht iemands vader of moeder. En dus staat niet alleen het leven van deze persoon op zijn kop, maar ook dat van zijn of haar naasten. Het zou al veel uitmaken wanneer daar standaard aandacht voor is, dat dat het uitgangspunt is. Dat ernaar gevraagd wordt en er zorg wordt aangeboden, voor de relatie, voor het gezin, voor de kinderen. Wanneer er in een gezin iets ingrijpends gebeurt, dan heeft dat effect op het gezin en dus op alle gezinsleden.

‘Al help ik er maar één iemand mee…. Als er maar één hulpverlener is die erover na gaat denken.’ Dat is de hoop van Saskia met het schrijven van het boek. Haar motivatie om zich bloot te geven, om haar verhaal te delen. Ik weet inmiddels dat ze er al iemand mee heeft geholpen. En ze heeft mij als hulpverlener ook bereikt. Ik gun haar dat haar boek wordt gelezen door hulpverleners in de volwassen GGZ, zodat eenieder het belang van het gezin erkent. En ik gun haar dat haar boek gelezen wordt door beleidsmakers, zodat die zich beseffen dat we mensen tekortdoen door hulp te organiseren binnen nauwe kaders waar enkel individuen in passen. We zijn als mens veel meer dan een individu, we zijn onderdeel van een systeem en kunnen daar niet los van gezien worden!