
Een mijlpaal
Van ‘in de weer met gezinnen’ tot erkend systeemtherapeut. Een persoonlijke mijlpaal.
Met het afronden van mijn supervisiereeks, waarover ik in mijn laatste blog schreef, heb ik mijn opleidingstraject tot relatie- en gezinstherapeut afgerond. Dit heeft bestaan uit verschillende opleidingen, supervisies en leertherapie in de afgelopen acht jaar. En in vele jaren daarvoor bestond het als wens welke steeds lastig waar te maken bleek. Een terugblik voelt dan ook op zijn plaats.
Waar ik ooit begon met het werken met kinderen, was ik na mijn eerste stage al overtuigd van het belang van het werken met ouders. Daar moest het verschil gemaakt worden. Ik besloot om na mijn SPH opleiding ook maatschappelijk werk te gaan doen, om met ouders te kunnen gaan werken. Hier heb ik nooit spijt van gehad. Jarenlang heb ik in allerlei functies op verschillende plekken en met verschillende doelgroepen met ouders en hun kinderen gewerkt. Ik was dus altijd in de weer met gezinnen. Ik vind gezinnen fantastisch en fascinerend. Dat je bij elkaar hoort, hoe ingewikkeld het ook kan zijn en dat je bij elkaar blijft horen, wat je daar zelf ook van vindt.
Toen ik me verder wilde ontwikkelen binnen mijn vakgebied, bleek dat niet gemakkelijk zonder wetenschappelijke opleiding. Ik vond mijn weg; de opleiding tot systeemtherapeut kon ik doen met een HBO achtergrond. Op die manier kon ik me bezig blijven houden met waar mijn liefde voor het vak lag, bij het gezin, en kon ik me ontwikkelen.
De werkgever waar ik destijds werkte, investeerde hier echter niet meer in. Mijn collega die de opleiding gedaan had, was voor mij een steun en stimulans om deze weg in te slaan, maar ik moest verder kijken. De overstap van de jeugdzorg naar de jeugd GGZ leek de uitkomst. Daar werd wel geïnvesteerd in systeemtherapeuten en daar was men enthousiast over mijn wens. Ik ging de benodigde vooropleidingen doen en raakte nog meer enthousiast. Mijn werk deed ik met veel plezier en was al gericht op gezinsbehandelingen. Toen de economische crisis zijn intrede deed, droogden mijn kansen echter op. Na een bezuinigingsronde waarbij ik ook mijn baan verloor, leek mijn toekomstperspectief uit zicht.
Na twee jaar bij de kinderrevalidatie gewerkt te hebben en een nieuwe koers voor mijzelf te hebben uitgezet (een eigen praktijk, wat ook een uitstekend idee bleek te zijn!), kwam de kans alsnog. LUMC-Curium nam mij aan als systeemtherapeut in opleiding en ik kon aan de opleiding beginnen. Gestaag heb ik mij in de afgelopen jaren door de opleidingsonderdelen heen gewerkt. Met groot enthousiasme aanvankelijk en uiteindelijk ook blij dat het tot een afronding is gekomen. Maar trots op het doorlopen traject en op dat ik gekomen ben waar ik zoveel jaren geleden al van droomde.
In 2020 sloot ik me aan bij de NVRG als lid in opleiding. Destijds werd ik geïnterviewd als nieuw lid. Inmiddels dus ook officieel erkend als volledig lid. Hoera!
(Hoe) werkt therapie?
Hoe werkt therapie eigenlijk? En wat als het niet werkt zoals we hopen?
Met veel plezier heb ik in de afgelopen maanden een supervisietraject gevolgd bij Flip Jan van Oenen. Eerder had ik zijn boek ‘Het misverstand psychotherapie’ gelezen en was geïnspireerd geraakt door zijn manier van kijken naar de GGZ. Hij staat daarin stil bij hoe weinig we weten over hoe therapie werkt en hoe klein de rol van specifieke methodieken is in deze werkzaamheid.
Hoezeer verschillende methoden en interventies ook gepromoot worden, ze hebben ongeveer allemaal hetzelfde effect. Door het promoten echter, dragen we als sector en als maatschappij uit dat therapie helpt. En daar mogen we bescheidener in zijn. Soms helpt het, een beetje. Maar er zijn zoveel factoren in het leven van mensen, waarvan therapie er een is. En die factoren zijn bepalender voor of het beter gaat met mensen dan enkel de therapie. Het zou mensen kunnen helpen om dit te beseffen; waarschijnlijk gaat het over, het helpt als ik het leer verdragen, ik kan daar zelf aan bijdragen. Dan zou er minder druk op de GGZ komen, om al deze mensen ‘beter te maken’. En zouden mensen eerder gaan onderzoeken hoe ze hun situatie zelf kunnen veranderen ofwel verdragen.
Tijdens het supervisietraject hebben we gesproken over het vervolg van dit boek, ‘Verdragen’. Dit gaat verder in op hoe het hele systeem, de cliënt, de therapeut, de organisaties en de maatschappij, kunnen verdragen dat psychisch lijden bestaat en dat we dat niet altijd kunnen wegnemen. Op basis van de ‘Handleiding voor de client om therapie te verdragen’ heb ik een folder laten ontwerpen voor mijn cliënten, waarin uitgelegd wordt hoe therapie werkt en wat ze daarvan wel en niet kunnen verwachten. Als een ode aan het werk van Flip Jan.
Dank je Flip Jan, voor het waardevolle traject.
En dank je Annemieke Visser, voor het prachtige ontwerp.
De successen in het leven vieren
Sta jij wel eens stil bij je successen als ouder? Misschien is het tijd om dat te vieren!
Het houdt mij bezig deze maand. Zowel op een aangename als op een weemoedige manier. Het is een fantastische maand en een confronterende maand. Mijn oudste kind is 18 jaar geworden en mijn echtgenoot is 50 geworden. Het is heerlijk dat we met elkaar als partners en als gezin zover zijn gekomen en het feit dat we zover zijn gekomen, zegt iets over onze leeftijd. We worden oud…
Ook dat oud(er) worden is gelinkt aan verschillende gevoelens. Het is confronterend om ouder te worden omdat ik me realiseer dat er al zoveel achter mij/ons ligt wat niet terug zal komen. En dat de tijd die ons rest steeds minder wordt. Maar ik weet als geen ander dat het ook een enorme weelde is om überhaupt zo oud te worden. Wat een genot om al die jaren meegemaakt te mogen hebben!
En al die jaren zijn niet als vanzelf voorbij gegaan. Zeker als het gaat om het grootbrengen van kinderen, is daar energie, zorg en liefde naartoe gegaan. Het voelt als een prestatie, een kind grootgebracht hebben, klaar voor de maatschappij, volwassen.
Het is traditie om verjaardagen te vieren en zeker bij een 18e verjaardag is het feest. Ik voel als moeder echter ook behoefte om dit moment voor mijzelf, voor ons als ouders, te markeren. Het leek me dat daar informatie over te vinden moest zijn, dus ik zocht op internet naar onderzoeken over het belang van successen vieren. Tot mijn teleurstelling kreeg ik alleen zoekopdrachten over werk.
Blijkbaar is het gebruikelijk om te spreken over successen wanneer het om werk gaat. En is er aandacht voor hoe deze successen in de spotlights te zetten, ze te vieren. Waarom vond ik geen resultaten die gingen over het vieren van successen in je persoonlijke leven? En nog preciezer, over het ouderschap. Zien we dan minder dat het om successen gaat? Is het vanzelfsprekend dat je je taken in het leven oppakt en er het beste van maakt?
Terwijl, dat bleek dan weer wel uit de onderzoeken, het vieren van successen heel nuttig is; ‘medewerkers voelen zich belangrijk en erkend als er bewust stil wordt gestaan bij het positieve resultaat van hun inzet’. Zou het ons als maatschappij niet dienen wanneer ouders zich belangrijk en erkend voelen in hun taak als ouders? Daar mag best wat meer aandacht voor zijn. Dus bij deze een begin; dank aan alle ouders voor hun eindeloze inzet om hun kinderen zo goed mogelijk groot te brengen!
Twee geloven op een bord?
Een onderwerp waar ik nog niet eerder bij had stilgestaan; de spanning die in een relatie kan ontstaan over het wel of niet eten van vlees. Inmiddels kan ik wel begrijpen dat dit een dealbreaker kan zijn. Mocht je hiermee te maken hebben, voel je welkom in mijn praktijk.
Nu ik sinds een aantal jaren vegetarisch ben geworden, in navolging van mijn dochter die de pionier was in ons gezin, verdiep ik me meer in wat ik eet en waarom ik dat doe. Ten tijde van de coronacrisis vond ik dat ik iets anders moest doen in mijn leven, om meer aan te sluiten bij mijn zorg om de aarde, het klimaat en de mensheid. Na onderzoek leek vegetarisch eten een (voor mij) relatief gemakkelijke manier om bij te dragen. Sindsdien heb ik dit doorgevoerd.
Met het verdiepen in het onderwerp las ik onlangs het boek Ooit aten we dieren van Roanne van Voorst. Waar ik zelf geen vlees meer eet omdat het zeer milieubelastend is, legt zij uit dat het helemaal niet zo natuurlijk is om dieren te eten dan wij in dit tijdperk denken. Een interessante kijk. En daarbij kwam ook een onderwerp naar voren waar ik nog niet eerder bij had stilgestaan; de spanning die in een relatie kan ontstaan over het eten van vlees tussen vegans en niet vegans. Vegans gaan nog een stap verder dan vegetariërs; zij eten ook geen zuivel en gebruiken geen dierlijke producten. Hier kan een mens prima van en mee leven, maar het zorgt wel voor een heel ander voedingspatroon dan dat van vlees en zuiveleters.
Zoals Roanne ons meeneemt in haar boek, begin ik te begrijpen dat wanneer je het eten van dieren ziet voor wat het werkelijk is; ‘we behandelen levende wezens op enorme schaal op een verschrikkelijke manier en maken ze vroegtijdig dood om ze op te eten’, het heel moeilijk kan zijn om met een partner te leven die niet-vegan is. Die daar dus aan bijdraagt, die je dieren ziet eten, die niet voelt dat dit heel wreed is. Er bestaan om die reden speciale dating apps voor veganisten en er zijn boeken geschreven over hoe je je relatie goed kunt houden wanneer je met dit verschil te dealen hebt. Waarbij het overkoepelende advies is; blijf elkaar respecteren.
In mijn praktijk heb ik nog geen stellen gezien die expliciet aangaven hiermee te worstelen. Inmiddels kan ik wel begrijpen dat dit een dealbreaker kan zijn. Mocht je hiermee te maken hebben, voel je welkom. Ondertussen onderzoek ik wat mijn volgende stap is richting een vegan voedingspatroon.
Hoe paars mag paarse vrijdag zijn?
De acceptatie van lhbti+ers neemt af. De noodzaak van een paarse vrijdag wordt groter.
Rond deze tijd leek het me passend om over paarse vrijdag te schrijven. De dag dat er binnen het onderwijs extra aandacht is voor lhbti+ers. Eerdere jaren ontvingen we hier bericht over van de scholen van de kinderen en ging er een paarse trui aan naar school. Ik vond het een mooi initiatief en wilde graag aansluiten door erover te schrijven. Dit jaar was het echter nogal rustig op dit gebied, we werden minder geïnformeerd. Tot mijn verdriet las ik in de krant dat scholen er voorzichtig mee omgingen, omdat er inmiddels nogal wat tegengeluiden zijn. Slingers werden extra hoog opgehangen, om vernieling te voorkomen. Armbandjes werden niet meer aan iedereen uitgedeeld, want het gedachtengoed kon niet opgedrongen worden. De tegengeluiden zouden gaan over dat er wel heel veel aandacht naar dit thema zou gaan. Wat een treurige constatering. De acceptatie van lhbti+ers neemt namelijk af, blijkt uit onderzoek. De noodzaak van een paarse vrijdag wordt dus alleen maar groter. Maar vanwege tegengeluiden maken we deze dag kleiner en zijn we voorzichtig. Dat lijkt me een verkeerde beweging. De dag zou net zo groot en lang en vaak georganiseerd moeten worden, totdat het leven van een lhbti+ jongere er hetzelfde uitziet op de middelbare school (en overal in de maatschappij) als van elke andere jongere. En helaas lijken we daar nog niet te zijn….
ALS door kinderogen
Wat als je als ouder van jonge kinderen de diagnose ALS krijgt en uit wilt leggen wat er gebeurt en gaat gebeuren? Anjo Snijders creëerde, samen met zijn vrouw Sascha Groen, een prachtige manier om het aan zijn en aan alle kinderen duidelijk te maken.
Wat als je als vader van twee jonge kinderen ALS krijgt en je aan ze uit wilt leggen wat er gebeurt en gaat gebeuren? Dit lot trof Anjo Snijders en hij creëerde samen met zijn vrouw Sascha Groen een prachtige manier om het aan zijn en aan alle kinderen duidelijk te maken; een korte animatiefilm. In deze film, LUKi & the lights, zien we een aandoenlijke robot zijn leven leiden met zijn vrienden. Hij werkt, hij sport, hij maakt plezier met anderen. Al snel echter begint zijn arm te haperen. De lichtjes in zijn arm weigeren en zijn arm doet het niet meer. Hij maakt er eerst het beste van, maar komt toch bij een arts uit. Op deze manier volgen we het proces van de eerste tekenen van de ziekte tot de uiteindelijke dood. Ingrijpend, maar vooral ook levendig, hoopvol, met plezier en gewoon duidelijk. Een mooie manier om kinderen (en iedereen overigens) mee te nemen in hoe een ziekteproces bij ALS eruit ziet. De film is niet gebonden aan een taal, waardoor hij voor iedereen te begrijpen is. Hoewel tragisch en verdrietig, zeer waardevol en aan te raden.
Gaat het goed met de rouw?
Het overlijden van naasten is een ingrijpende gebeurtenis. Zeker wanneer het kinderen aangaat. Fonds slachtofferhulp heeft een website opgezet gericht op rouwbehandeling met daarop zelfs een rouwmeter om het rouwproces in kaart te brengen.
Het overlijden van naasten is een ingrijpende gebeurtenis. Zeker wanneer het kinderen aangaat, die een overlijden van heel dichtbij meemaken, grijpt dit iedereen aan. We beseffen ons dat het een intense gebeurtenis is in een kinderleven en zijn bezorgd om het kind. Het kan voor ouders lastig zijn om goed in te schatten hoe het kind omgaat met de rouw. Sommige kinderen praten erover, anderen nauwelijks. Sommige kinderen laten duidelijk verdriet zien, anderen minder. Ieder kind heeft zijn of haar persoonlijke manier om om te gaan met het verlies. Daarbij komt nog dat kinderen en jongeren zich met perioden helemaal kunnen richten op hun leven in het hier en nu, waarbij het verlies naar de achtergrond lijkt te zijn verdwenen. Het is dus ook niet verwonderlijk dat het ingewikkeld kan zijn om goed zicht te hebben op het rouwproces van kinderen.
Fonds slachtofferhulp heeft het initiatief genomen om een website op te zetten gericht op rouwbehandeling. Hier wordt informatie gegeven over rouwbehandelingen en over onderzoek dat op dit gebied is verricht en wat lopende is. Samen met een aantal universiteiten zijn er rouwbehandelingen ontwikkeld voor specifieke verliessituaties. Ze hebben ook een rouwmeter ontwikkeld, zowel voor kinderen als voor volwassen. Hiermee kun je een inschatting maken over of er sprake is van een mogelijk problematisch rouwproces. De rouwmeter voor kinderen is een zelftest voor kinderen tussen de 8 en 18 jaar, die door zowel het kind als een ouder kan worden ingevuld. Met een overzichtelijke hoeveelheid vragen kan er binnen 15 minuten een beeld verkregen worden van hoe het rouwproces verloopt.
Dit kan een waardevol hulpmiddel zijn voor de ouders van kinderen die een rouwproces doorlopen en zich afvragen of hun kind dit zelf kan dragen. Het voorkomt dat kinderen te lang blijven hangen in verdriet of somberheid of het verdriet juist nog niet toelaten. Daarnaast is het van meerwaarde omdat het kan voorkomen dat kinderen gespecialiseerde hulp krijgen die dat niet nodig hebben. Niets vervelender voor kinderen dan door hun ouders of andere goedbedoelende volwassenen naar een therapeut gebracht te worden, terwijl ze dat zelf niet willen of er niet voor openstaan. Voor iedereen die zich afvraagt of een kind hulp nodig heeft bij het doorwerken van een rouwproces is het dus een laagdrempelige eerste stap om de rouwmeter in te vullen. Een waardevol aanbod!
Wat doe je dan?
‘Wat doe je dan?’ is misschien wel de moeilijkste vraag die ik krijg over mijn werk in de praktijk. Juist datgene wat het werk leuk maakt, maakt het ook lastig om te omschrijven.
‘Wat doe je dan?’ is misschien wel de moeilijkste vraag die ik krijg over mijn werk in de praktijk. Die kan ik niet eenvoudig beantwoorden. En dat vind ik dan weer moeilijk, want ik zou toch in staat moeten zijn om helder uit te leggen wat ik eigenlijk doe en met wie? Meer dan eens ben ik uitgedaagd om een elevator pitch te creëren, ik zou het moeten kunnen opdreunen. Ware het niet dat juist datgene wat het werk leuk maakt, het ook lastig maakt om te omschrijven; het is zo breed!
Alleen al kijkend naar wie ik zoal in de praktijk tref, dan is dat heel divers. Mensen komen alleen, ze komen met hun partner, ze komen met hun kinderen, met hun broers of zussen, met hun ouders, met hun ex, met hun stiefvader of - moeder. En ze zijn van alle leeftijden, van de peuters tot aan de grootouders. Zelfs als mensen zichzelf te oud vinden om nog in zichzelf te investeren, zien ze dat er echt nog wat te winnen valt.
En ook de reden waarvoor mensen naar de praktijk komen verschilt enorm (behalve natuurlijk dat het er in wezen om gaat hoe het leven fijner kan worden). Mensen willen van relatieproblemen af, van somberheid, van een burn-out, van familieproblemen, van problemen met hun kinderen of hun ouders, van de last van hun ADHD of autisme klachten, van de zwaarte van hun rouw, van de angst voor de dood, van de zwaarte van alles wat ze hebben meegemaakt of de last van ingrijpende gebeurtenissen.
Steeds meer ontdek ik dat er een rode draad loopt door alle trajecten, die ondanks de persoon, de leeftijd en problematiek aanwezig is.
Deze begint ermee te erkennen wat er aan de hand is. Dat klinkt logisch en bijna eenvoudig, maar is dat zeker niet. We voelen vaak wel de last, maar echt durven kijken naar wat er is, is spannend. Wanneer er erkenning is en we dus weten wat we in de kamer hebben, is de volgende stap om daar mild naar te leren kijken en er met mildheid mee om te gaan. Dat klinkt ook weer als een open deur die vaak echter behoorlijk dicht zit. We zijn veel meer gewend om streng en bestraffend te zijn voor onszelf dan vriendelijk. Terwijl vriendelijkheid ruimte geeft voor troost en vergeving. En die geven weer ruimte aan nieuwe mogelijkheden. Vervolgens gaan we bij het verkennen van die nieuwe mogelijkheden op zoek naar steun, zodat er nieuwe invalshoeken komen en support om verandering vol te houden. En opnieuw; niemand zal er verbaasd over zijn dat het helpt om dingen samen te doen. Of zoals Loesje het zegt ; “waarom moeilijk doen, als het samen kan?". Maar ook hiervan weten we dat mensen de neiging kunnen hebben om zich terug te trekken, geen hulp te vragen en dingen voor zichzelf te houden wanneer het lastig wordt. De stap om hulp te vragen of om open te zijn over wat er speelt, is dan een lastige. We onderzoeken op welke manier wat hierin mogelijk is.
Wanneer al deze stappen gezet zijn; erkennen, mild zijn en steun zoeken, dan zijn we aan het werk om nieuwe mogelijkheden te verkennen. Daarbij zoeken we de balans tussen het uitdagen van jezelf en het jezelf beschermen. Steeds van beide genoeg, zodat er vanuit vertrouwen stappen gezet worden.
Dus hoe verschillend de mensen en de zorgen ook zijn, er is zeker een rode draad te ontdekken in wat we met elkaar doen in de praktijk. Nu nog in een elevator pitch gieten…
Psychologie in het theater
Soms komen er dingen op je pad waarvan je je afvraagt hoe het kan dat ze niet eerder op je pad kwamen. Zo was ik onlangs bij een theatervoorstelling van de makers van Psychologie in theater.
Soms komen er dingen op je pad waarvan je je afvraagt hoe het kan dat ze niet eerder op je pad kwamen. Of waarom je ze misschien niet hebt opgemerkt toen dat wel gebeurde. Zo was ik onlangs bij een theatervoorstelling van de makers van Psychologie in theater.
Via via kwam dit theatergezelschap op mijn pad en aangezien ze een voorstelling speelden op mijn verjaardag leek het me een goed idee om te gaan. Het blijkt om een particulier theatergezelschap te gaan dat begonnen is met een stuk over dementie. Hiermee wilden ze mensen zowel meenemen in de dynamiek van een leven met dementie als dat ze wilden informeren hoe je hiermee om kunt gaan.
Daarna hebben ze een stuk ontwikkeld over relaties. En daarvan verbaasde het mij als relatietherapeut dus dat ik hier nog niet van had gehoord. Het theatergezelschap blijkt te bestaan uit een gezin waarvan meerdere gezinsleden binnen de hulpverlening werken. Ze kennen de zorg, de dynamieken tussen mensen en de manieren waarop we daar als professionals invloed op proberen uit te oefenen.
In dit stuk over relaties volgen we in de eerste helft een stel, waarbij we al snel mee worden genomen in wat er wringt in deze relatie. Dit wordt op een luchtige en humoristische manier in beeld gebracht, wat bij het publiek hoorbaar herkenning oproept. De spanningen nemen toe en tegen de tijd dat de pauze aanbreekt, begrijpen we dat dit echtpaar serieuze relatieproblemen heeft.
Na de pauze worden we meegenomen in hoe relaties werken, welke kennis daar inmiddels over is. Over hoe patronen uit onze jeugd zich kunnen herhalen in onze relaties en wat we eraan kunnen doen om elkaar toch te kunnen blijven begrijpen en vinden. De concrete tips waarmee we naar huis gaan, voelen voor mij als relatietherapeut wat kort door de bocht.
Maar dit is dan ook geen therapie. Dit is voor alle mensen die interesse in het onderwerp hebben. Mensen, stellen, die zich wellicht hier voor het eerst verdiepen in waar ze mogelijk in hun relatie tegenaan lopen. In dat kader is het een zinvolle uitleg over hoe relaties werken, een uitnodiging om daar zelf en samen eens goed naar te kijken en een advies om in elkaar te blijven investeren. Wat een goed idee! Op naar de volgende voorstelling, over ouderschap. In het najaar laat ik jullie weten hoe die is. Of je kunt natuurlijk zelf gaan kijken:
Eerste hulp bij klimaatangst
Voor wie een therapeut zoekt die op de hoogte is van de stand van zaken rondom klimaatverandering en die begrijpt welke gevoelens hierbij meespelen en dus voor welke (levens) keuzes je kan komen te staan; weet mij te vinden.
Al heel wat jaren ben ik aan het onderzoeken hoe ik mij kan inzetten voor ‘het redden van de wereld’ zoals ik het vaak noem. Het lijkt zo’n onmogelijke opgaaf. Dat is feitelijk ook zo, maar heeft waarschijnlijk ook iets te maken met mijn eigen formulering. Net zoals ik de mensen in mijn kamer meeneem in het kiezen van haalbare doelen en het zien van de kleine stappen, zou ik mijzelf kunnen helpen met het herformuleren van mijn missie. Dat zou meer handvatten en meer voldoening geven. Voorzichtig ben ik deze weg aan het onderzoeken, ik lees boeken, volg socials en zet kleine stappen. Daardoor weet ik inmiddels dat er psychologen zijn die zich verbonden hebben en de Stichting klimaatpsychologen hebben opgericht. Zowel om mensen te ondersteunen die worstelen met gevoelens rondom klimaatverandering, als om organisaties te helpen om te vergroenen. Mijn groene bank publiceerde onlangs een artikel over hoe om te gaan met klimaatstress. Een van de klimaatpsychologen gaf uitleg over wat hierbij helpend is. Je begrijpt, ik overweeg mij aan te sluiten, maar ik ben er nog niet uit of ik mij op die manier wil neerzetten als therapeut. Een belangrijke waarde voor mij is dat iedereen bij mij terecht kan. Dus ook mensen die zich helemaal niet bezighouden met het klimaat of die daar heel andere ideeën over hebben. Sluit ik die dan niet uit? Aangezien ik inmiddels een aantal mensen in de praktijk heb gehad die hadden ervaren dat het van wezenlijk belang was dat hun therapeut goed op de hoogte was van de situatie van het klimaat, besluit ik hier in elk geval meer over naar buiten te treden. Het zou ook een gemis zijn als deze mensen mij niet weten te vinden. Dat dit voor hen zo van belang is, omschrijft iemand als reactie op het bovengenoemde artikel heel treffend; ‘Ik heb al met meerdere coaches en psychologen gesproken, maar die waren allemaal buiten die bubbel (bubbel = het klimaat wordt bedreigd) en konden mij juist niet helpen omdat ik zo veel meer feitelijke kennis over de situatie heb dan zij, dat ze mij niet gerust konden stellen of begrepen wat mijn gevoelens zijn, en wat dan zou kunnen helpen.’ Voor wie dus een therapeut zoekt die op de hoogte is van de stand van zaken rondom klimaatverandering en die begrijpt welke gevoelens hierbij meespelen en dus voor welke (levens) keuzes je kan komen te staan; weet mij te vinden.
https://dekleurvangeld.nl/artikelen/2024/tips-klimaatpsycholoog
De leeuwenmoeder
Leeuwenmoeders, bij hen voel je de onvoorwaardelijke liefde van een ouder voor haar kind het meest intens.
Dankzij een post van @Minke Verdonk (waarvoor dank!) kwam de voorstelling Broos op mijn pad. Lottie Hellingman neemt het publiek mee in het leven van een ouder met een zorgintensief kind. En hoe! We werden meegesleurd, erin gezogen, gingen mee kopje onder en kwamen uiteindelijk weer boven. Kyra, zo heet deze moeder, heeft een enorm rotsblok boven zich hangen. Een soort zwaard van Damocles. Ze neemt ons mee in haar leven; van vrijgevochten en ongebonden naar volledig in beslag genomen door de zorg voor en over haar dochter Romy. Romy heeft het downsyndroom, wat het leven van haarzelf en haar ouders zowel overweldigend bijzonder als ingewikkeld maakt. En dit wordt op een indringende manier overgebracht. De intense zwaarte van dit alles is kenmerkend voor het leven van veel ouders met kinderen waar veel zorg over is. Het is voor meer ouders herkenbaar.
In de zaal zaten zowel ouders van zorgintensieve kinderen als professionals. Eigenlijk jammer dat niet die mensen er zaten, die er dagelijks niet zoveel mee te maken hebben. De buurvrouwen, de mensen in de supermarkt, de kraamvisite, de collega’s. Want juist hen zou het helpen om te ervaren hoe intens deze levens zijn. Dat deze ouders en kinderen alle respect en begrip van ons verdienen. Dat moeders er leeuwen van worden. Of, zoals Kyra in de voorstelling zo treffend over zichzelf zegt; ‘de leeuwenmoeder, geboren in hetzelfde moment als zij’ (haar dochter Romy). Deze zin trof mij het meest omdat deze zo herkenbaar is. Ik heb zo vaak met leeuwenmoeders in de kamer gezeten. Bij hen voel je de onvoorwaardelijke liefde van een ouder voor haar kind het meest intens. Voor alles- gaan- aan jezelf voorbij. En dan ontdekken dat je niet zonder jezelf kunt. En jezelf opnieuw uitvinden. Met jezelf in dit ouderschap in plaats van voorbij jezelf. Daarmee sluit deze voorstelling hoopvol af.
https://matzer.org/voorstellingen/broos/
Help, mijn kind is bang….
Deze week is Eli R. Lebowitz in Nederland. Ik had het genoegen hem te ontmoeten, te horen vertellen over angst bij kinderen en over de methodiek die hij heeft ontwikkeld om hen te helpen.
Deze week is Eli R. Lebowitz in Nederland. Ik had het genoegen hem te ontmoeten, te horen vertellen over angst bij kinderen en over de methodiek die hij heeft ontwikkeld om hen te helpen. Sinds ik werk met geweldloos verzet ben ik ook bekend met zijn manier van werken, die mij zeer aanspreekt. In het boek wat hij hierover schreef samen met Haim Omer, De behandeling van angst bij kinderen en jongeren, wordt op een zeer respectvolle manier geschreven over en aan ouders; het is niet hun schuld dat hun kind angstig is, er is alle begrip voor de dynamiek waar ze in zijn geraakt. Die dynamiek is echter niet helpend voor het kind, waardoor de ouders ondersteund worden om deze te veranderen. Dit maakt dat ik dit boek al vaak aan ouders en anderen heb aangeraden, om de dynamiek van angst en dwang te begrijpen en te herkennen hoe je daar als omgeving mee in verstrikt raakt.
Er kwam een vervolg op het boek, een praktische uitwerking van de methodiek die Eli ontwikkeld heeft; Doorbreek angst en dwang bij je kind. Het programma heet Space, Supportive Parenting of Anxious Childhood Emotions. Ondersteunend ouderschap bij kinderen met angst en/of dwangstoornissen dus. Dit boek neemt je mee door de stappen van het programma, zodat iedereen ermee aan de slag kan. Het verschil met andere behandelingen van angst bij kinderen zit hem erin dat bij deze behandeling niet met het kind gewerkt wordt, maar met de ouders. Zij kunnen door hun eigen gedrag te veranderen, de angst bij hun kind verminderen. Ze leren om niet mee te gaan in de angst van het kind, het niet langer te beschermen. Ze leren om de angst van het kind te erkennen, te valideren en de boodschap uit te dragen dat ze ervan overtuigd zijn dat het kind dit kan. Niet beschermen maar ondersteunen. Ik merk in de praktijk dat dit voor ouders heel steunend is en hen weer krachtig maakt. Ze zijn in staat om hun kind te ondersteunen, terwijl ze tegelijkertijd zelf stevig blijven staan. Daar knappen ouders en kinderen van op!
Hier vind je meer informatie over ‘Doorbreek angst en dwang bij je kind’ door Eli R. Lebowitz
Het ga je goed of tot ziens?
Nu de praktijk alweer 7 jaar in bedrijf is, komen er regelmatig vragen van cliënten die eerder een traject hebben doorlopen. Dat herinnert me aan mijn eerste jaren als hulpverlener.
Nu de praktijk alweer 7 jaar in bedrijf is, komen er regelmatig vragen van cliënten die eerder een traject hebben doorlopen. Dat herinnert me aan mijn eerste jaren als hulpverlener, toen ik ervan overtuigd was dat mijn hulp op een dag niet meer nodig zou moeten zijn. Het was een idealistische gedachte; we kunnen dit als samenleving met elkaar, we accepteren iedereen zoals hij of zij is en we ondersteunen elkaar waar nodig. In zo’n maatschappij zou je in mijn ogen geen hulpverlener meer nodig hebben. Door de jaren heen merkte ik dat dit een illusie was. Er zullen altijd mensen zijn die vastlopen op bepaalde gebieden en daar te weinig gehoor voor vinden in hun omgeving. Dat kan zijn omdat hun problemen te fors zijn, omdat hun netwerk klein is, omdat hun netwerk overbelast is, omdat ze niet geleerd hebben dat zij bij hun naasten terecht kunnen of daar slechte ervaringen mee hebben. Wat er ook aan de hand is, ze hebben recht op een luisterend oor, op iemand die moeilijke processen met ze aan wil gaan en op iemand die dat blijft doen tot het beter gaat of tot er iemand gevonden is die daar beter bij kan helpen.
Dat betekent dat ik cliënten inmiddels graag terugzie. De ervaring leert namelijk dat ze veel gehad hebben aan een eerste traject, waardoor ze op een bepaald gebied van hun leven stappen hebben kunnen zetten (een betere relatie, van een burn out hersteld, een prettigere gezinsdynamiek). Doordat ze er veel aan gehad hebben, komen ze namelijk terug. Dan is er iets anders in het leven waar het schuurt (ouderschap, richting zoeken in werk, zorgen om kinderen). Ze hebben al de ervaring dat het helpt om hulp te zoeken en om dat hier te ontvangen. Een groot voordeel is daarnaast, dat we elkaar al goed kennen. We kunnen dus sneller aan de slag en deze trajecten duren dan ook vaak kort. Een bijkomend voordeel voor mij is dat ik de eer heb om mensen te zien groeien en ontwikkelen gedurende hun leven en op die manier dicht bij mooie en moeilijke momenten mag staan. Dat helpt mij weer om mijn werk te waarderen en met liefde te blijven doen.
Als we klaar zijn....
Het afronden van een therapie. Hoe doe je dat eigenlijk?
Het afronden van een therapie is nog een proces op zich. Soms is een traject intensief, met een duidelijk eind. Soms is het langdurig en houdt het pas na lange tijd van minder frequente afspraken op. Hoe het verloop gaat, hangt van vele factoren af. Mijn voorkeur heeft het om, hoe het traject ook is verlopen, duidelijk met elkaar af te ronden. Dat geeft mij namelijk de kans om de ander mee te geven hoe ik de samenwerking heb beleefd en krachten die ik heb gezien te benadrukken. Maar ook geeft het mij de gelegenheid om navraag te doen naar hoe die ander het traject heeft ervaren. Om dat in een laatste sessie te kunnen evalueren, heb ik een kort evaluatieformulier, waarop men kan aangeven hoe de hulp is beleefd. Het helpt mij erg om terug te horen wat goed gewerkt heeft, wat minder gewerkt heeft of wat lastig is geweest tijdens een traject. Het geeft mij handvatten enerzijds en vertrouwen anderzijds. Ik weet weer waar ik mee aan de slag kan en ik kan erop vertrouwen dat mensen zich gehoord voelen. Op momenten dat ik twijfel aan mijn vakmanschap, wil ik nog wel eens een blik werpen op de evaluatieformulieren. Het vertrouwen wat mensen hierop uitspreken, helpt om dat zelf ook weer te voelen. En alle evaluaties bij elkaar geven een prachtig overzicht!
Hoe verder na suïcide?
Hoe verder na suïcide? Het geeft vooral kinderen rust als ze weten wat er aan de hand is.
Groot is het verdriet, de machteloosheid en soms het onbegrip en de boosheid bij de omgeving, wanneer een naaste zich heeft gesuïcideerd. Een heel netwerk van mensen staat vervolgens voor de taak om zich hiertoe te verhouden. Deze processen kunnen veel energie kosten en op allerlei momenten in het leven zich aandienen. In de praktijk tref ik allerlei naasten; partners, kinderen, kleinkinderen, vrienden van mensen die zelf een einde aan hun leven hebben gemaakt. Onlangs heeft het Trimbos instituut specifiek de situatie van de kinderen in kaart gebracht. Ze hebben een factsheet ontwikkeld op basis van onderzoek om in kaart te brengen wat de effecten voor de kinderen zijn en hoe kinderen hierbij te ondersteunen zijn. Dit is een zeer toegankelijk en volledig document geworden wat behulpzaam kan zijn bij het ondersteunen van kinderen. Naast achtergrond over het onderwerp, wordt veel aandacht besteed aan wat wel en niet te doen in de begeleiding van deze kinderen. Er blijkt duidelijk uit dat het kinderen helpt om de waarheid te horen, passend bij hun ontwikkelingsniveau. We weten al langere tijd dat het voor kinderen helpend is om betrokken te worden bij overlijden en om geïnformeerd te worden. Vanuit de gedachte het kind te willen ontzien om het te beschermen gebeurt het echter nog steeds dat kinderen niet voldoende meegenomen worden. Zeker in het geval van suïcide kan dit spelen, aangezien het dusdanig pijnlijk is waardoor het voor volwassenen moeilijk kan zijn om het te dragen en met kinderen te delen. Ook, of misschien zeker, in deze situatie geldt echter dat het kinderen rust geeft als ze weten wat er aan de hand is. Deze factsheet is een helpend document om anderen hierover te informeren en te stimuleren om kinderen in openheid mee te nemen in wat er gebeurd is.
Moedig ouderschap
Hoe kun je duidelijke grenzen stellen in de opvoeding met toch een vriendelijke en rustige houding? Dit boek geeft handvatten.
Hoe kun je duidelijke grenzen stellen in de opvoeding met toch een vriendelijke en rustige houding? Dat is de basis van het gedachtengoed van geweldloos verzet in opvoedsituaties. De grondlegger hiervan, Haim Omer, heeft de kracht van geweldloos verzet gebruikt binnen het ouderschap. Hij pleit voor een duidelijke gezagspositie van ouders, waarin ze zich verzetten tegen elke vorm van geweld (slaan, schoppen, schelden). Om dit gezag te verwerven, hebben ze een goede band met hun kind nodig. Deze leggen ze door bewust en positief aanwezig te zijn in het leven van hun kind en positieve gebaren in te zetten in deze relatie. De aanwezigheid kan vergroot worden wanneer er zorgen ontstaan over het kind. Vriendelijke interesse kan dan samengaan met gerichte vragen stellen. Een basisgedachte is dat men geen controle over de ander heeft, wel over zichzelf. Als ouder werk je dus aan je eigen zelfbeheersing, zodat conflicten niet escaleren (in ofwel heftige ruzie ofwel teveel toelaten). Om het risico op escalatie niet te vergroten, maak je als ouders samen duidelijke keuzes in wat je meer of minder belangrijk vindt in de opvoeding. Daarnaast betrek je je omgeving, zodat je kunt verbreden, zowel voor je kind als voor jezelf.
Inmiddels zijn er heel wat boeken geschreven over geweldloos verzet en nieuwe autoriteit. Een zeer bruikbaar boek is Moedig ouderschap. Dit is overzichtelijk, biedt duidelijke taal, heldere uitleg en neemt je mee in alle stappen van het geweldloos verzet binnen het ouderschap. Een aanrader!
Patiënt; Lijden of leiden?
De term patiënt dreigt te verdwijnen uit de Nederlandse taal; het heeft een andere betekenis gekregen, die van iemand die hulpbehoeftig is. En dat terwijl het eigenlijk een heel respectvolle en eervolle titel is, voor iemand die zijn situatie met rust, geduld en wijsheid moet aangaan.
Onlangs bezocht ik de tentoonstelling van Nieke Koek in museum De fundatie in Zwolle; Gelichaamd. Nieke richt zich als kunstenaar op het menselijk lichaam. Hiervoor werkt ze met regelmaat samen met zorginstellingen en ze verbindt zich daar zowel met de professionals als met de mensen die er in behandeling zijn. Dit mondt uit in verschillende projecten en kunstwerken.
Een van de kunstwerken in de tentoonstelling is ‘patiënt’. We zien hier de omtrek van twee handen, één in nette lijnen en één in een wir-war van lijnen. Daarnaast zien we de opname waarin het wordt vervaardigd. Nieke’s oom, die een hersenbloeding heeft gehad, trekt zijn eigen handen om op een vel papier.
De uitleg vertelt ons; ‘Het woord patiënt stamt af van het Latijnse woord patientia, dat lijden, dulden, volharding of geduld betekent. De term patiënt dreigt echter te verdwijnen uit de Nederlandse taal; het heeft een andere betekenis gekregen, namelijk die van iemand die hulpbehoeftig is. En dat terwijl het eigenlijk een heel respectvolle en eervolle titel is, voor iemand die zijn situatie met rust, geduld en wijsheid moet aangaan.’
Nieke haalt de patiënt uit de hoek van de hulpbehoevende en geeft hem of haar weer een volwaardige plaats in de samenleving; degene die met geduld en volharding zijn eigen lijden draagt en zichzelf leidt naar verbetering van of verzoening met de situatie. Ze zegt hierover; In mijn werk probeer ik om samen met patiënten vorm te geven aan de sensaties van hun lichaam, het gaat daarbij niet om genezing maar om bestaansrecht geven en het serieus nemen van de veelvormigheid van pijn en ervaringen. Dat geeft ruimte waarin alles mag bestaan. Als ze daarna een gesprek hebben met de arts dan is daar een heel ander soort gesprek mogelijk omdat ze hun lichaam anders begrijpen. Zorgprofessionals komen wel eens verbaasd naar mij toe, alsof het een soort magie is. Maar het is eigenlijk heel simpel, er ontstaat een enorm diepe en grote kennis in mensen tijdens het ondergaan van pijn en ziekte. Veel mensen voelen zich vaak niet gezien en gehoord in het ziekenhuis, terwijl dat toch de ultieme plek zou moeten zijn voor hulp en zorg in al haar facetten. Daarom is de beleving van het lichaam zo belangrijk en niet alleen de analyse van het probleem en de ziekte.’
Deze omschrijving deed mij denken aan mijn eigen werk, waarin ook het verschil merkbaar is met de arts die een diagnose stelt (analyse) en een advies geeft. Ik herken de ‘enorm diepe en grote kennis in mensen tijdens het ondergaan van pijn en ziekte’. Om dan te kunnen werken met de beleving van de geest, kan heel veel ruimte geven.
https://www.mistermotley.nl/een-ode-aan-de-kunst-van-het-lichaam-in-gesprek-met-nieke-koek/
Zelfvertrouwen of zelfcompassie?
Leren vertrouwen op jezelf, ook als alles tegenzit. Kan dat?
Met regelmaat tref ik mensen in de praktijk die graag hun zelfvertrouwen willen verbeteren en zich afvragen of dat mogelijk is los van de omstandigheden in hun leven. Want als alles tegen lijkt te zitten, hoe kan je dan nog voldoende op jezelf vertrouwen? Dan gaat het toch helemaal niet zo goed?! Een goede en terechte vraag.
Zelfvertrouwen is namelijk ook afhankelijk van externe factoren. Je hebt ervoor nodig dat je jezelf vergelijkt met anderen. Dat maakt het meteen kwetsbaar. Je gaat je prestaties of je uiterlijk vergelijken met dat van de mensen om je heen. Wanneer je dan een goed gevoel van zelfwaarde hebt als je goed uit die vergelijking komt, wat heb je er nog aan wanneer je omstandigheden verslechteren? En wat te doen als je slecht uit de vergelijking komt? Dan kun je jezelf boven de ander plaatsen, je prestaties opblazen, jezelf mooier maken, je zwaktes verbergen of jezelf beschuldigen dat je niet beter kan. Maar dat zijn allemaal manieren die veel energie kosten en waarbij je veel hoog te houden hebt of juist verdwijnt in je eigen drama. Heel vermoeiend en weinig opbouwend.
Zelfcompassie biedt je om die reden een meer stabiele basis dan zelfvertrouwen. Zelfcompassie gaat namelijk niet om vergelijking, het gaat om het accepteren van jezelf. Je kijkt naar jezelf zoals je naar je geliefden kijkt; vanuit een mild en ondersteunend gevoel. Je aanvaardt dat je niet de enige met problemen bent, dat iedereen zijn eigen worstelingen heeft. Je wilt het beste voor jezelf, vanuit goede zorg voor jezelf, niet om het beter te hebben of om meer te hebben dan een ander. Jouw behoeftes zijn even belangrijk als die van de mensen om je heen. Wanneer je het beste voor jezelf wilt, durf je nee te zeggen tegen dingen die je schaden. Hier kun je je tegen verzetten, dit geeft kracht.
Het goede nieuws is dat je zelfcompassie kunt aanleren. Dit gaat over het leren vriendelijk zijn voor jezelf, het leren leven vanuit een gedeelde menselijkheid (we doen allemaal gewoon ons best) en het leren beoefenen van mindfulness. Oefening baart kunst. Het zorgt er niet voor dat je instant gelukkig bent of geen zorgen meer hebt. Je zult wel beter kunnen omgaan met negatieve gevoelens waardoor ze verminderen en er meer ruimte is voor positieve gevoelens. Je zult ervaren dat je meer verantwoordelijkheid neemt voor je eigen welbevinden en meer initiatief neemt. Op naar liefdevolle vriendelijkheid naar jezelf en daarmee naar anderen!
Om stil van te worden: Rauw
Een zaal vol mensen, stil, onder de indruk, geraakt. Sally en Molly maken theater over de struikelende mens. Dus over ons allemaal.
Een zaal vol mensen, stil, onder de indruk, geraakt. Onlangs was ik bij een bijeenkomst van ‘In de wolken’, dat zich richt op verliessituaties. Er werd een theaterstuk opgevoerd door twee acteurs van ‘Sally en Molly’. Jonge meiden die je meenemen in hoe het leven verder gaat nadat je vader is overleden. Ik was niet de enige in de zaal waarbij dit thema heel persoonlijk raakte. Ze namen ons mee in de verwarring, de leegte, het onbegrip, het ervan weg willen, het niet weten wat ermee te moeten. Hun persoonlijke ervaring was voelbaar en daarmee werd het voor ons allemaal tastbaar. Het was een rauwe en kwetsbare voorstelling, ze draaien nergens omheen. De herkenning was voor velen groot (in een zaal met rouwtherapeuten is het thema nooit ver weg). De wens werd uitgesproken om het aan anderen te kunnen laten zien, zodat mensen zouden begrijpen wat je hebt doorgemaakt en hoe het je vormt. Van het ook wel begrijpen dat het lastig is voor anderen om erop te reageren (alhoewel; ‘mensen kunnen toch gewoon vragen of je er over wilt praten?!’), tot de hectiek in een eerste week na het overlijden en dat bij elkaar komen voor een uitvaart ook iets gezelligs kan hebben tot hoe je er als gezin met elkaar (of dus iedereen toch een beetje alleen) mee omgaat.
Sally en Molly maken theater over de struikelende mens. En aangezien we allemaal wel eens struikelen, is het dus voor iedereen. De voorstellingen die ze maken (momenteel ook over en angststoornissen, depressie en eenzaamheid) zijn te boeken. Ze brengen hiermee beladen thema’s weer terug in de ‘gewone wereld’.