
Wat doe je dan?
‘Wat doe je dan?’ is misschien wel de moeilijkste vraag die ik krijg over mijn werk in de praktijk. Juist datgene wat het werk leuk maakt, maakt het ook lastig om te omschrijven.
‘Wat doe je dan?’ is misschien wel de moeilijkste vraag die ik krijg over mijn werk in de praktijk. Die kan ik niet eenvoudig beantwoorden. En dat vind ik dan weer moeilijk, want ik zou toch in staat moeten zijn om helder uit te leggen wat ik eigenlijk doe en met wie? Meer dan eens ben ik uitgedaagd om een elevator pitch te creëren, ik zou het moeten kunnen opdreunen. Ware het niet dat juist datgene wat het werk leuk maakt, het ook lastig maakt om te omschrijven; het is zo breed!
Alleen al kijkend naar wie ik zoal in de praktijk tref, dan is dat heel divers. Mensen komen alleen, ze komen met hun partner, ze komen met hun kinderen, met hun broers of zussen, met hun ouders, met hun ex, met hun stiefvader of - moeder. En ze zijn van alle leeftijden, van de peuters tot aan de grootouders. Zelfs als mensen zichzelf te oud vinden om nog in zichzelf te investeren, zien ze dat er echt nog wat te winnen valt.
En ook de reden waarvoor mensen naar de praktijk komen verschilt enorm (behalve natuurlijk dat het er in wezen om gaat hoe het leven fijner kan worden). Mensen willen van relatieproblemen af, van somberheid, van een burn-out, van familieproblemen, van problemen met hun kinderen of hun ouders, van de last van hun ADHD of autisme klachten, van de zwaarte van hun rouw, van de angst voor de dood, van de zwaarte van alles wat ze hebben meegemaakt of de last van ingrijpende gebeurtenissen.
Steeds meer ontdek ik dat er een rode draad loopt door alle trajecten, die ondanks de persoon, de leeftijd en problematiek aanwezig is.
Deze begint ermee te erkennen wat er aan de hand is. Dat klinkt logisch en bijna eenvoudig, maar is dat zeker niet. We voelen vaak wel de last, maar echt durven kijken naar wat er is, is spannend. Wanneer er erkenning is en we dus weten wat we in de kamer hebben, is de volgende stap om daar mild naar te leren kijken en er met mildheid mee om te gaan. Dat klinkt ook weer als een open deur die vaak echter behoorlijk dicht zit. We zijn veel meer gewend om streng en bestraffend te zijn voor onszelf dan vriendelijk. Terwijl vriendelijkheid ruimte geeft voor troost en vergeving. En die geven weer ruimte aan nieuwe mogelijkheden. Vervolgens gaan we bij het verkennen van die nieuwe mogelijkheden op zoek naar steun, zodat er nieuwe invalshoeken komen en support om verandering vol te houden. En opnieuw; niemand zal er verbaasd over zijn dat het helpt om dingen samen te doen. Of zoals Loesje het zegt ; “waarom moeilijk doen, als het samen kan?". Maar ook hiervan weten we dat mensen de neiging kunnen hebben om zich terug te trekken, geen hulp te vragen en dingen voor zichzelf te houden wanneer het lastig wordt. De stap om hulp te vragen of om open te zijn over wat er speelt, is dan een lastige. We onderzoeken op welke manier wat hierin mogelijk is.
Wanneer al deze stappen gezet zijn; erkennen, mild zijn en steun zoeken, dan zijn we aan het werk om nieuwe mogelijkheden te verkennen. Daarbij zoeken we de balans tussen het uitdagen van jezelf en het jezelf beschermen. Steeds van beide genoeg, zodat er vanuit vertrouwen stappen gezet worden.
Dus hoe verschillend de mensen en de zorgen ook zijn, er is zeker een rode draad te ontdekken in wat we met elkaar doen in de praktijk. Nu nog in een elevator pitch gieten…
De tijd vliegt
De tijd vliegt. Een cliché en daarmee tegelijk ook zo waar. Ook ik heb niet stilgezeten de afgelopen jaren. Goed om soms eens even bij stil te staan en (want dat doe ik niet vaak) hier iets over te delen. Nieuwsgierig?
De tijd vliegt. Twee jaar geleden alweer werd ik lid van de NVRG. De Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie. Toen nog in een eerder stadium van mijn opleiding tot systeemtherapeut wilde ik mijzelf en mijn cliënten serieus nemen door, onder andere, lid te worden van deze beroepsvereniging. Het NVRG-lidmaatschap is een waarborg voor kwaliteit. NVRG-leden voldoen aantoonbaar aan kwaliteitseisen met betrekking tot (voor)opleiding, werkervaring en deskundigheidsbevordering.
Als nieuw lid in 2020 stelde ik mijzelf voor in dit interview. Inmiddels ben ik als systeemtherapeut heel wat kennis, ervaring en oefening rijker. De basisopleiding en verdiepingsopleiding heb ik succesvol en met plezier afgerond. En ook de supervisie reeksen en zeker de training in Geweldloos verzet en verbindend gezag hebben mij enorm veel gebracht.
Het is voor mij belangrijk om als therapeut altijd in ontwikkeling te blijven. Verdieping en verbreding van kennis zijn essentieel om goed aan te kunnen blijven sluiten bij de praktijk en de cliënten. Het plezier in mijn werk en de feedback van mijn cliënten zijn altijd weer de grote motivator.
Het is dan ook heel fijn wanneer de feedback van cliënten aansluit op dat wat ik juist zo graag bied in de gesprekken; 'Fijn dat een onafhankelijk iemand vragen stelt, zonder oordeel. Je laat nadenken over actie en reactie en je eigen rol en acties binnen het systeem. Je hebt precies aangevoeld wat wij nodig hadden. We kwamen door de gesprekken tot betere inzichten in elkaar en ook kregen we meer inzicht in ons eigen handelen. Het was erg fijn om aan te kunnen geven waar we mee zaten en om vervolgens samen oplossingen te kunnen bedenken. Er werd goed geluisterd en meegedacht en we hebben heel veel nuttige en handige tips gekregen, we gebruiken de handvatten nog elke dag'.
Ik hoop dan ook dat ik, mede door verdere opleiding en door feedback van cliënten, steeds beter kan aansluiten bij de verschillende mensen en de zeer uiteenlopende vragen waarmee ze naar mijn praktijk komen. Op naar meer verdieping!
Het is oké om je niet oké te voelen
"Wat mij enorm geholpen heeft: horen dat rouw normaal is en het uitwisselen van ervaringen met rouw". Rouwen komt voor bij iedere vorm van verlies. Dat kan heftig zijn en iedereen doet dat op zijn eigen manier.
Rouw is het wennen aan en omgaan met verlies en de nieuwe situatie die daardoor ontstaat. Er is geen protocol voor rouwen, er is geen goed of fout, je doet het op je eigen manier. En dat kan ontzettend moeilijk zijn. Naast emoties kan rouw ook gepaard gaan met lichamelijke klachten. Je kan gevoelens van verdriet, angst of boosheid ervaren. En ook slapeloosheid, misselijkheid en hoofdpijn kunnen erbij horen. En wat je ervaart kan nog veel meer bevatten dan wat hier genoemd wordt. En hoelang dat duurt? Zelfs dat is lastig te voorspellen. Wat wel bekend is, is dat erover praten, hulp en steun zoeken en vooral doen wat voor jou goed voelt je verder kan helpen.
Bij rouw wordt meestal in eerste instantie gedacht aan het overlijden van een dierbare. Maar er zijn veel meer situaties waardoor rouw kan ontstaan. Het verlies van een relatie, een ziekteproces, verlies van mentale of lichamelijk functies (denk aan dementie of sterk afnemen mobiliteit). Ook je baan verliezen of wegvallen van andere zekerheden kan rouw veroorzaken. Als jij een rouwproces ervaart, dan is het er, ongeacht de situatie die dit in gang zet.
Bij veel mensen is wel bekend dat rouw zich openbaart in verschillende fasen met verschillende symptomen. Alleen al het weten dat dit erbij hoort en dat ook anderen dit ervaren kan enorm steunend zijn. "Wat mij enorm geholpen heeft: horen dat rouw normaal is en het uitwisselen van ervaringen met rouw", werd eens gezegd bij het afsluiten van een rouwtraject in de praktijk. Het uitwisselen van ervaringen, delen van gevoelens, woorden geven aan emoties. Dit samen met iemand anders doen en vooral jezelf toestemming geven om jouw proces te ervaren zoals het is neemt het verlies niet weg maar kan wel meer inzicht geven en de dagen dragelijker maken.
En dat jezelf toestemming geven is in onze westerse maatschappij soms gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘Kom op, schouders eronder’ lijkt vaak de geldende norm. Mocht jij die tegenstrijdigheid herkennen er ervaren (het wel voelen van emoties, maar er geen uiting aan kunnen of mogen geven van jezelf) is het boek 'De kracht van kwetsbaarheid' van Brené Brown zeker een aanrader. Kwetsbaarheid is de basis van alle mooie dingen in het leven, zegt Brené. En zelfs als dat maar een beetje waar is, geeft dat kracht en biedt dat hoop.